Ambassadeurs Rianne Makkink en Jurgen Bey

Rianne Makkink en Jurgen Bey. Foto: Sjoerd van Leeuwen

Rianne Makkink en Jurgen Bey hebben samen het architecten- en ontwerpbureau Studio Makkink & Bey in Rotterdam en de Noordoostpolder. Als ambassadeurs zetten zij zich in voor meer kunst in de polder.

RM: “Ik heb nog les gehad van Marinus Boezem in de jaren tachtig op de TU Delft. Hij gaf ruimtelijk ontwerpen. Boezem is de eerste die mij schaal heeft bijgebracht, die mij groot heeft leren denken. Dit zie je ook terug in De Groene Kathedraal. De land art werken in Flevoland zijn geen bescheiden kunstwerken, maar hebben een flinke, mooie maat.”

JB: “Persoonlijk vind ik De Groene Kathedraal echt het beste land art werk in Flevoland. Gewoon omdat het letterlijk over dat gaat wat een kathedraal is: de schoonheid van ruimte maken. En het werk geeft dat niet zomaar weg, maar maakt daar ook echt een mooi beeld van. De grootste grap is: ik ben er nog nooit geweest; maar sprookjes hoeven ook geen werkelijkheid te worden om te kunnen leven. En dat geldt ook voor dit werk. Het spreekt evengoed zeer tot de verbeelding.”

RM: “Ik zou ook heel benieuwd zijn hoeveel mensen het werk digitaal hebben bekeken: hoeveel bezoekers heeft dit werk dan? De focus ligt nu vaak alleen op letterlijke bezoekers. Maar je kunt De Groene Kathedraal ook bezoeken aan de hand van een boek of op internet. Op vergelijkbare wijze geeft een maquette je ook een gevoel voor schaal en een beleving. Boezem heeft mij ooit bijgebracht dat horizontale schaal iets anders is dan verticale schaal. Dit besef dat je ook iets in een andere realiteit kunt ervaren is echt fantastisch. Het is eigenlijk raar dat er zoveel alleen aan de fysieke realiteit getoetst wordt.”

JB: “De Groene Kathedraal laat ook zien dat er in de jaren tachtig nog ruimte was voor cultureel denken in de polder. Gewoon door veel ruimte in te nemen. Het zou een begin zijn om meer van dit soort werken in de Flevopolder te hebben. Hoe je het ook wendt of keert, hier is echt nog heel veel ruimte. De hele winter staat het land hier bijna leeg. En ik weet zeker dat op het gebied van Land Art hier nog veel mogelijkheden zijn. Maar op dit moment kan bijna niets in de polder, omdat het zogenaamd alleen economisch land is. Ik vind dat een omgekeerde mentaliteit. Je maakt eerst een beloofd land, dat je schetst en volgens een cultuur en economisch plan inlevert. Vervolgens krijg je het beschermde land en het wordt enkel en alleen economisch flink omgeploegd, zonder een visie of cultureel vergezicht er nog in te betrekken. Het gaat om de tweeledige schoonheid van het gebied: het land en haar verbouwen.”

RM: “De Noordoostpolder vraagt echt om een nieuwe visie, we zijn nu 65 jaar verder. Je kunt het niet alleen aan de economie overlaten. Er ligt wel een erfgoednota, er zijn wensen, maar geen richtlijnen, niemand heeft de regie. Terwijl deze polder is geboren uit totale regie. Het was een echte staatspolder, totaal gereguleerd tot in de jaren negentig. Tot aan de kleur grijs op de deuren aan toe.”

JB: “De polder is bij uitstek een landschap waar gepionierd wordt. Het is hoog tijd dat we hier nu ook cultureel gaan pionieren. Opdat het dan het land blijft van de vernieuwing.”